Openbaar Ministerie eist geldboetes voor ondergronds bankieren Financiële dienstverlening zonder vergunning strafbaar
De officier van justitie van het Openbaar Ministerie BES heeft vorige week tijdens de behandeling van een strafzaak geldboetes geëist van respectievelijk $40000,-- en $10000,-- tegen een tweetal personen. Deze personen werden verdacht van het jarenlang, in samenwerking met elkaar en nog een ander, verlenen van financiële diensten zonder te beschikken over een daartoe strekkende vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB).
Dit wordt ook wel ondergronds bankieren genoemd. Naar aanleiding van een aantal door het OM ontvangen signalen van de Financial Intelligence Unit heeft het Korps Politie Caribisch Nederland uitvoerig onderzoek verricht naar de geldtransactieactiviteiten.
Uit dit onderzoek bleek het in totaal te gaan om een transactievolume van ruim 2.2 miljoen Amerikaanse dollars. Voorts werd het vermoeden bevestigd dat beide personen structureel financiële diensten verleenden zonder de vereiste vergunning van DNB. Op grond van artikel 2:1 Wet financiële markten BES is het niet toegestaan om geldtransactieactiviteiten uit te voeren zonder een dergelijke vergunning.
De financiële diensten van deze geldtransactiekantoren bestonden uit het aannemen van contant geld op Bonaire en dat geld, na aftrek van commissies, vervolgens over te boeken naar een rekening in de Dominicaanse Republiek. Vervolgens werd het geld daar betaalbaar gesteld aan begunstigden.
In januari 2023 werd in dit strafrechtelijk onderzoek een huiszoeking verricht. De geldtransactieactiviteiten waren op dat moment nog gaande maar zijn daarna gestaakt.
Het bedrijfsmatig uitvoeren van geldtransacties zonder de vereiste vergunning is oneerlijke concurrentie ten opzichte van geldtransactiekantoren die zich wel conformeren aan de wettelijke verplichtingen. Dat er op dat moment geen legale transactiekantoren op de BES waren doet niets af aan de strafwaardigheid. Illegaal opererende geldtransactieorganisaties vormen makkelijke witwasvehikels voor opbrengsten uit criminele activiteiten, omdat de geldstroom door contante betalingen niet goed te volgen is en een wettelijk verplicht cliëntenonderzoek achterwege blijft. Dit brengt de integriteit van het financieel systeem in gevaar.
Het is daarom van belang dat financiële dienstverlening plaatsvindt onder toezicht van de overheid. DNB is ten aanzien van dergelijke dienstverlening de toezichthoudende en vergunningverlenende autoriteit. Financiële dienstverleners kunnen voorts ongebruikelijke transacties melden bij de FIU.
Het OM acht een geldboete een passende modaliteit om beide strafzaken af te doen. Allereerst omdat de dienstverlening inmiddels is gestopt en verdachten hebben meegewerkt aan het strafrechtelijk onderzoek. Maar ook omdat bij bestuursrechtelijke handhaving in plaats van strafrechtelijk ingrijpen er in principe ook een geldboete zou zijn opgelegd.
Het OM heeft tenslotte aangekondigd een ontnemingsprocedure te beginnen om het door de verdachten verkregen financieel voordeel te ontnemen.